Pagina's

donderdag 17 mei 2012

Ik wil bankdirecteur worden

Dat Griekenland failliet gaat, staat vrijwel vast. Alleen een wonder kan de Grieken nu nog helpen en dat lijkt met de impasse in de Griekse politiek vrijwel uitgesloten. De EU lijkt steeds beter voorbereid op een Grieks drama. Wat een paar jaar geleden nog voor onmogelijk werd gehouden door politici en centrale bankdirecteuren, wordt nu langzaam onderkend door diezelfde politici en centrale bankdirecteuren: Griekenland gaat failliet. Technisch gezien kan een land niet een failliet gaan; Griekenland wel. Daarmee lijkt een schuld van meer dan 130 miljard euro voorgoed verloren te zijn gegaan. Voor Nederland levert het een strop op van ca. 10 miljard euro; et armzalige België, dat al geen cent meer op de kont te krabben heeft, gaat voor eenzelfde bedrag het schip in. Dat niet alleen; een faillissement van Griekenland zou ook andere landen mee sleuren, zoals Spanje, Portugal Italië en vooral Frankrijk. Dat probleem is met garantstellingen, het Europese noodfonds ESF en overnames en kwijtschelden van bankschulden overgenomen door de Europese belastingbetaler. De lachende derde is, zoals gewoontegetrouw, de bancaire sector. En er is geen bankdirecteur, die zich echt druk maakt over een faillissement van Griekenland. Het schept zelfs nog meer mogelijkheden, zoals een bancaire vrijstaat. Dat 10 miljoen Grieken tot ver onder de armoedegrens leven, zal geen bankdirecteur een nacht langer wakker houden. Geen bankdirecteur is aangepakt voor het veroorzaken van de kredietcrisis; geen bankdirecteur zal worden aangepakt voor het veroorzaken van de Griekse schulden. Sterker nog: geen politicus ter wereld - links of rechts - zal de hoge bonussen willen aanpakken, die de bankdirecteuren zichzelf gaven ondanks hun op z’n zachtst gezegd dubieuze houding in het veroorzaken van de kredietcrisis. Leve de vrije marktwerking!

Wat jarenlang bij de consument in het klein gebeurde, gebeurde met landen als Griekenland, Spanje, Portugal, Italië maar ook België in het groot: Banken leenden grote sommen geld uit, dat er niet was, aan klanten, die het niet konden betalen. En de banken wisten ook wel, dat hun klanten de lening waarschijnlijk ook nooit konden terugbetalen. Maar ze moesten het van hun aandeelhouders. De aandeelhouders wilden jarenlang hogere winsten en eisten van het bestuur meer verkopen. Lukte een bestuurder dat niet, dan werd hij afgeserveerd met een som geld en moest weg. In de jaren ’90 van de vorige eeuw ging dat goed en zorgde voor immense economische groei. Critici werden aan de kant geschoven en afgedaan als te links en dus te suf. De banken rekenden op de waardestijgingen van het onderpand en… niet te vergeten... op de argeloze belastingbetaler. Regels waren er niet voor de banken en als er al regels waren, dan was er ergens wel een rechtse politicus die deze regels zo snel mogelijk wilde afschaffen. Door de vrije marktwerking is de macht van de banken inmiddels zo diep doorgedrongen in de maatschappij, dat de belastingbetaler niet anders kan, dan de banken helpen hun balans weer op orde te krijgen. Het is bijna eng.

En dat is tot nu toe aardig gelukt. Tijdens de door de banken zelf veroorzaakte kredietcrisis hielp de argeloze belastingbetaler de smerig opererende banken met honderden miljarden staatssteun. Banken als ABN AMRO en Fortis werden zelfs staatseigendom, omdat ook deze te groot en te machtig waren geworden; ze konden en mochten niet omvallen. Dat zou desastreus zijn voor spaarders en gepensioneerden. Maar met het redden van de banken was het probleem nog niet opgelost: nu diezelfde banken vele tientallen miljarden hadden gestoken in landen als Griekenland, België, Spanje, Portugal en Italië, moest er nóg een reddingsoperatie komen, om diezelfde banken opnieuw te redden. En terwijl diezelfde banken wisten, dat Griekenland nooit in staat zou zijn om een schuld van 130 miljard terug te betalen, leenden ze dat geld wel uit aan datzelfde Griekenland. Onder druk van de aandeelhouders. Die zagen het al voor zich: een klant, die zich met handen en voeten voor eeuwig en altijd aan de bank verbindt. Fantastisch..!

Die miljardenschuld hebben de banken nu terug gekregen van Griekenland, via de Europese belastingbetaler. Gevolg: de Europese Centrale bank, eigendom en onderdeel van alle 27 EU-lidstaten en die worden op hun beurt weer gefinancierd met belastinggeld, zit opgescheept met een immense berg schuld, die naar alle waarschijnlijkheid nooit meer wordt terugbetaald. Geld, dat anders naar mensen had moeten gaan, die het echt nodig hebben, zoals werklozen, arbeidsgehandicapten en hulpbehoevenden. Kredietbeoordelaars zijn tegenwoordig de nieuwe regeringsleiders: zij bepalen wanneer een land zijn AAA-status kwijt raakt en dus of een land moet gaan bezuinigen, of niet. Onder druk van de financiële markten moeten alle Europese landen forse bezuinigingen doorvoeren. Bezuinigingen, waar iedereen voor moet bloeden… behalve de banken en hun aandeelhouders. Zij wandelen tussen de regendruppels door. De bankdirecteuren, die eerder om miljarden staatssteun bij de belastingbetaler bedelden, hebben hun schaapjes op het droge en keren weer forse bonussen uit. Ondertussen gaat het eigen risico in de zorg verder omhoog, uitkeringen omlaag en ambtenarensalarissen worden vastgezet op de nullijn. En dat allemaal, omdat de banken teveel geld hebben geleend aan landen als Griekenland. Meer geld, dan er feitelijk was. Meer geld, dat Griekenland ooit kon terug betalen. Maar goed, wie maakte zich dáár in de jaren ’90 van de vorige eeuw nou druk om?

Maar de banken hebben nog méér belang bij een failliet Griekenland: Bij een failliet Griekenland kunnen de banken het onderpand gaan opeisen. Gebouwen, bedrijven en vliegvelden zijn niet meer veilig in Griekenland. Zij worden automatisch onderdeel van de banken, die hun openstaande schulden aan Griekenland hebben afgedekt met belastinggeld. De banken kunnen nu massaal hun onderpand opeisen en doorverkopen aan de hoogste bieder. Turkse investeerders, die eerder via de overheid hele stukken land wilden opkopen, kopen die nu bij de veilingen van de banken. Een rampscenario voor de gemiddelde Griek, want Grieken en Turken is als Duitsers en Nederlanders: water en vuur. Geen Nederlander die het over zich heen laat komen, als de Duitse overheid Nederlandse grond gaat kopen. In Griekenland komt die werkelijkheid steeds dichterbij. Zeker, als de politiek in Griekenland niet slagvaardiger gaat worden en wel geld wil ontvangen van de Europese belastingbetaler, maar tegelijkertijd datzelfde geld niet terug wil betalen. En de banken hebben hierin een stevige regie. Zij bepalen waar het geld naar toe gaat; zij zijn bij een failliet Griekenland de lachende derde. Ze hebben alle belang bij een failliet Griekenland. Bij een failliet Griekenland kan de Europese belastingbetaler niet alleen vergeten dat de lening ooit nog terug komt; een bankensyndicaat heeft tegelijkertijd feitelijk een heel land in handen. Een land, waar zij vervolgens de regels bepalen. Zoals in ongeveer elk bijna failliet land in Europa.

De banken hebben dus boter op het hoofd. Maar net zoals bij de kredietcrisis worden de banken en hun leidinggevenden (lees: verantwoordelijken) ook nu niet aangepakt. Er is geen politicus die dit durft. Immers, na zijn politieke carrière moet hij ook weer aan de slag en dan krijgt hij een mooi baantje bij… juist… diezelfde banken. En dan begint het hele feest weer van voren af aan. Bankdirecteuren zijn dus gewoonweg criminelen in krijtstreepjespak.

Ik wil bankdirecteur worden…

1 opmerking:

  1. Ik las dat we straks drie planeten nodig hebben om te overleven. Kunnen we daar bij de Rabo en JP Morgan ook een kredietje op krijgen? Het roer moet flink om!

    BeantwoordenVerwijderen