Pagina's

dinsdag 3 mei 2016

De invloed van externe geldschieters op politieke partijen is een scenario dat onvermijdelijk is



De vaderlandse politiek zit in zwaar weer. De traditionele partijen PvdA, VVD en CDA hebben het erg moeilijk. Toegegeven, het CDA staat in de peilingen op dikke winst van 12 naar 19 zetels. Maar daar staat tegenover dat afgezien van de VVD geen van de traditionele middenpartijen CDA, VVD, PvdA, GroenLinks en D66 boven de 20 zetels uit komt. Goed, de VVD komt er met 21 zetels nog maar net bovenuit. Gevolg van deze peilingen – mits natuurlijk dit de werkelijke uitslag is – is dat het vijftal na 15 maart 2017 zal moeten samenklonteren tot één nationaal Kabinet. Want met de keiharde bezuinigingen, vluchtelingenstroom, oorlogen in het Midden Oosten en de Oekraïne en de toenemende dreiging van terroristisch geweld lijkt het zetelaantal van de PVV alleen maar toe te nemen. Een monsterzege voor de PVV lijkt slechts een kwestie van tijd.

Mocht het überhaupt lukken een nationaal kabinet van CDA, VVD, PvdA, GroenLinks en D66 te smeden dan nog ziet de toekomst er vooral voor CDA, VVD en PvdA er heel slecht uit. Want niet alleen de stemmers lijken er geen zin meer in te hebben. De ledenaantallen van CDA, VVD en PvdA schieten elk kwartaal met enkele honderden omlaag.

Reden voor de kelderende ledenaantallen is vooral de afkeer tegen het niet waar maken van beloftes. Het niet nakomen van afspraken. Vooral de VVD lijkt hierin de grossieren. Tijdens de verkiezingscampagne in 2012 beloofde lijsttrekker Mark Rutte onder andere geen cent meer te geven aan de Grieken, iedere werkende Nederlander een belastingvoordeel van EUR 1.000 te geven en de minister die Volkert van der Graaf vrijlaat te zullen ontslaan. Geen van allen is waargemaakt.

De kelderende ledenaantallen heeft grote gevolgen. Niet alleen omdat de voorraad democratisch gekozen politici slinkt. Betalende leden zijn voor iedere politieke partij nog altijd de monney maker. Een betalend lid brengt maandelijks een tientje in het laatje van de penningmeester. Bij het CDA was dat in het recente verleden goed voor iedere maand bijna een miljoen euro erbij op de rekening; 6 ton bij de PvdA en iets minder dan een half miljoen voor de VVD. Betalende leden brengen de partij ieder jaar tussen de 5 en 8 miljoen euro op. Donaties, subsidies en bijdragen van raadsleden, wethouders, burgemeesters en Kamerleden kunnen daarbij niet eens in de schaduw staan. Niet gek dus dat partijen hun leden koesteren.

Met een slinkende bankrekening wordt de positie van de fondsenmanager steeds belangrijker. Iedere politieke partij heeft er tegenwoordig één in dienst. CDA, VVD en PvdA hebben er ieder zelfs twee. Voorheen ging het bij die fondsenmanager slechts om het binnen halen van subsidies en extra geld bij de leden. Maar de fondsenmanager moet nu de boer op om ook bij externe factoren geld op te halen. En dat is gevaarlijk, want externe geldschieters kunnen eisen gaan stellen. Het is bijvoorbeeld algemeen bekend dat de Amerikaanse defensie industrie de 800 miljoen dollar kostende verkiezingscampagne van George Walker Bush heeft gefinancierd. Dat geld werd door Boeing, United Technologies, Lockheed Martin en General Dynamics ruimschoots terug verdiend met de aankoop van wapentuig. Het Amerikaanse leger trok ten strijde in Irak en Afghanistan. Honderden militairen vonden de dood. Het Midden Oosten is sinds die tijd totaal gedestabiliseerd, met de oprichting van ISIS en hun gruweldaden als schrikbarend gevolg.

De fondsenmanagers van CDA, VVD en PvdA zullen er rekening mee moeten houden dat het extern geld moet werven in ruil voor standpunten. Het is iets waarvan vooral de PvdA zal walgen, maar wat onvermijdelijk is. Iets wat in de Amerikaanse politiek al honderd haar gebeurd. Iets wat niet alleen het land gefragmenteerd heeft gemaakt (grote kloof tussen arm en rijk) maar ook de Amerikaanse politiek. Want er kan geen politiek besluit meer worden genomen zonder de goedkeuring van de geldschieters die de president in het Witte Huis hebben geholpen. Sinds de eeuwwisseling is het in de Amerikaanse politiek zelfs zó erg dat de winnaar van de presidentsverkiezingen al vast staat voordat de verkiezingscampagne goed en wel is begonnen. In de VS bepaalt niet de kiezer wie de nieuwe president wordt, maar het bedrijfsleven. De 500 grootse Amerikaanse bedrijven uit de Fortune 500 Index en niet 392 miljoen kiesgerechtigden.

De invloed van externe geldschieters op politieke partijen wordt steeds groter. Een scenario dat we eigenlijk niet moeten willen. Maar dat onvermijdelijk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten